De nieuwsbrieven hier zijn nog uit de Suriname-tijd.

Het zit er weer zo'n beetje op. Over drie dagen (9 december) gaan we van 35 graden en buiten leven naar 5 graden en achter de kachel zitten kleumen.
Brief nr 1
Wie zijn wij?
Willy: Sinds 2008 ben ik getrouwd met Koos. Uit mijn eerste huwelijk heb ik twee kinderen, Eva en Levi. Ik heb een aantal jaren gewerkt in de kinderopvang. Maar in 2013 werd Koos gevraagd een arts een aantal weken te vervangen in Mozambique. Hier ontstond het verlangen om meer te doen voor deze mensen. Ik heb toen de keuze gemaakt om Verpleegkunde te gaan studeren, een 4-jarige HBO-opleiding in Zwolle. Hier heb ik tot op de dag van vandaag nog geen moment spijt van gehad. In september start ik met het vierde en dus laatste studiejaar en heb bewust gekozen om deze stage te doen in het Diaconessenhuis in Paramaribo (Suriname) om kennis en ervaring op te doen met tropische ziektes en andere culturen. Afgelopen jaar heb ik de minor Transculture Verpleegkunde gevolgd en behaald. Deze kennis wil ik graag in de praktijk uitoefenen.
Koos: In 1980 tot 85 werd ik uitgezonden als zendingsarts naar Nigeria en heb daar gewerkt als tropenarts met mijn eerste vrouw. Samen met haar kreeg ik drie kinderen in die periode, Jan Emma en Jacob. Daarna werd ik huisarts in Rijssen. En sinds tien jaar ook leraar aan een universiteit.
De laatste jaren ging het werken in de tropen weer trekken. Je kunt daar zoveel andere dingen betekenen voor mensen dan hier. Leren werken met gebrek, in tegenstelling tot hier werken met overvloed. En het meeste plezier heb ik dan in het leren mensen zichzelf te helpen. Werkers in de gezondheidszorg op te bouwen. Net zoals ik hier plezier heb in het aanleren van aanstaand artsen om breed te denken, buiten hun kaders.Eerdere reizen
2010: Eerste reis naar Suriname met kliniekbezoek. Tijdens een wintersportvakantie hierna ontstond het idee vaker naar de tropen te gaan, om bijvoorbeeld collega's te gaan vervangen die dan op vakantie konden. Of les te geven.
2012: Koos heeft in deze zomervakantie in een kliniek in Zavora (Mozambique) gewerkt als vervanging van een Nederlandse arts.
2013: In deze zomer hebben we drie klinieken in het oerwoud van Indonesië bezocht in opdracht van het Leger des Heils. Koos gaf onderwijs aan de verpleegkundigen in deze klinieken en Willy gaf gezondheidsvoorlichting aan kinderen.
2014: Beiden hebben we gewerkt in het Mission Hospital te Nkhoma in Malawi. Koos gaf onderwijs aan artsen in opleiding en Willy werkte op de brandwondenafdeling en heeft de leefomstandigheden van de kinderen in Nkhoma in kaart gebracht. Daarna heeft Koos een verpleegkundige in het oosten van Malawi begeleidt in haar werk.
2015: Koos heeft in deze zomer onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor behandeling van kanker in Malawi. Tot dan is er geen behandeling mogelijk in dat land. In de hoofdstad en Blanthyre wordt op kleine schaal begonnen met chemokuren, maar bestralingen zijn er niet. En enkele dagen geholpen in het Mission Hospital in Nkhoma.
Willy heeft gewerkt op de brandwondenafdeling daar..Periode Suriname
Samen hopen we op 12 september a.s. te vertrekken naar Suriname voor een periode van drie maanden. We zullen elk ons talent gebruiken in de medische zorg en daarbuiten in contacten met onze naasten. We hopen hier veel te leren maar ook uit te delen van onze naastenliefde. We willen geen geestelijke Obesitas oplopen, (zoals Harold het eens mooi verwoordde in een preek) maar zoveel delen dat we steeds opnieuw honger krijgen naar meer van wat God aan ons wil geven. Wij doen dit met onze talenten, met openingen die God voor ons creëert, daar geloven we in. Willy in het Diaconessenhuis en Koos op de universiteit.
Met als bijzondere roeping het contact met de artsen daar en het bespreekbaar maken van de waarde van religie.Wij hopen dat jullie een indruk hebben gekregen wie wij zijn en waar wij mee bezig zijn. Hebben jullie vragen, spreek ons dan rustig aan!
Toekomst
Wanneer Willy klaar is met haar opleiding (naar verwachting juni 2017) is het plan om jaarlijks één of meerdere periodes in een ontwikkelingsland te gaan werken. Waarschijnlijk zal dit Malawi gaan worden. De tijd dat we in Nederland zijn zullen we in Nederland werken om de kost te verdienen. Hoe zich dat gaat ontwikkelen weten we nog niet, maar we zullen jullie op de hoogte houden.brief nr 2
De laatste voorbereidingen
Lieve
mensen,
Nog een
kleine week van voorbereiding voordat we vertrekken!
Afgelopen
zaterdagavond mochten we in de gemeente een presentatie geven over het werk wat
we de afgelopen paar jaar in Afrika hebben gedaan tijdens onze vakanties, waar
we nu mee bezig zijn, en wat we in de toekomst willen gaan doen. De afgelopen
tijd hebben we hier Gods leiding in gezien en ervaren en willen Hem nu en in de
toekomst ook ons de weg laten wijzen.
Geweldig
dat wij onze talenten zo mogen gebruiken! Hier worden we blij van, het geeft
ons energie en zijn enthousiast.
Afgelopen maandag veel van deze energie verbruikt toen ik er een paar uur over deed om onze visa op het consulaat in Amsterdam te krijgen. Op verschillende manieren moest ik kunnen aantonen dat ik echt na drie maanden terugkwam, dat ik echt in het diaconessenhuis ging werken, etc. Maar misschien hebben jullie hier al ervaring mee en is dit normaal. Ik moest even schakelen, in Suriname zeggen ze: ‘No spang’, wat betekent dat je rustig aan moet doen maar deze keer leken de Surinamers mij meer op te drijven dan andersom L. Maar het is gelukt, de visa hebben we in onze paspoorten.
brief nr 3
Lieve mensen,
Inmiddels zijn Koos en ik alweer vijf weken in Suriname, de tijd vliegt. Mijn werkprogramma in het ziekenhuis is intensief, elke week werk ik mee op een andere unit waar ik nog dagelijks nieuwe ziektebeelden en de daarbij behorende behandelingen meemaak. Soms gaat het te snel om alles onder de knie te krijgen wat soms een gevoel van tekortkoming geeft. Ik vind het lastig om hiermee te dealen. Niet alleen de inhoud van het werk kost energie maar ook mijn plek vinden in een andere cultuur. Collega’s zijn niet gewend aan een uitgebreide uitleg en geven die ook niet. Dit bedoelen ze niet vervelend maar de communicatie is hier anders. Ik zie dat dit ook problemen geeft onderling. Regelmatig ontstaan communicatieproblemen tussen de ouders van de kinderen en het verplegend personeel, wat leidt tot frustratie en conflicten. Voeg hierbij nog een snuifje emotie aan toe en de vlam slaat in de pan. Vorige week moest de bewaking de rust en orde herstellen tussen verschillende familieleden van een baby en het verplegend personeel. Het niet opvolgen van regels op de afdeling is vaak de oorzaak. Zelf vind ik het nog steeds lastig om voor mezelf te bepalen in hoeverre ik meebeweeg in hun gewoontes en om daarbij niet mijn eigen identiteit te verliezen. Daarnaast kan ik (denk ik) veel betekenen voor de zieke kinderen. Ik geef hen naast de verpleegkundige handelingen ook aandacht, troost als het nodig is, en probeer hen een gevoel van veiligheid te geven door op hun niveau uit te leggen wat we o.a. gaan doen. Zo vertelde ik afgelopen week aan een meisje van dertien jaar dat er geen naald maar een dun plastic buisje in haar hand steekt (voor de aansluiting van het infuus), deze eenvoudige verheldering luchtte het kind enorm op. De verpleegkundigen hier geven weinig aandacht aan een uitleg of troost.
Afgelopen week kreeg ik van Nanda de lay-out voor onze nieuwsbrief, deze ziet er leuk uit! Het bijzondere is dat ik vandaag eenzelfde motief zag in een tijdschrift waar de tekst in stond: ‘Wees dapper en straal, laat je licht schijnen. Laat jezelf zien in Zijn grootsheid’. In het artikel werd verder verwezen naar de woorden van Jezus: ”Laat je licht schijnen voor de mensen zodat ze jullie goede daden zien. Zet je licht niet onder een korenmaat”. Een heerlijke bemoediging voor de komende tijd. Ik hoef het zelf niet te doen, ik hoef me alleen maar open te stellen voor het licht van Hem wat hopelijk zal doorschijnen naar de mensen om mij heen. Willen jullie meebidden voor verspreiding van Zijn licht?
Ook zie ik steeds meer de achteruitgang van de economie wat gevolgen heeft voor het ziekenhuis. De kosten van verbruiksmaterialen zijn duurder dan de inkomsten. Dit heeft tot gevolg dat de verpleegkundigen soms pas een paar weken later hun salaris krijgen. Ook staat hun salaris niet meer in verhouding met de prijzen van de producten. Omgerekend verdienen ze 300 tot 500 euro per maand, de prijzen in de winkels zijn vergelijkbaar met die in Nederland, reken dus maar uit… Op de afdeling zijn soms de gaasjes of de handschoenen op en is er tijdelijk geen medicijn, (wat dan tijdelijk ‘geleend’ wordt van een ander patiënt) dat kunnen wij in Nederland moeilijk voorstellen maar is hier de realiteit. Op de hele afdeling is er één verbandschaar….. Mensen die graag iets zouden willen doneren, graag verbandscharen!! Ze kosten 5 euro per stuk.
Warme groet, Willy
Bij deze ook wat over mijn belevenissen. In de afgelopen weken hen ik me bezig gehouden met werken in een huisartsenpraktijk, met de medische zending voor het binnenland, met de opleiding van huisartsen in Paramaribo, met de medische faculteit en met de relaties tussen die partijen.
Laat ik beginnen met de Medische Zending. Ooit gestart als organisaties voor medische hulp aan het binnenland waar zendelingen tegen medische problemen aanliepen. In het kader van “bid en werkt” was het wel handig om naast de bidden voor genezing van malaria, ook pillen te geven. En er kwam behoefte om medisch personeel op te leiden. Zo ontstonden organisaties naast elkaar, vanuit iedere kerk één. Na de onafhankelijkheid kwam er een fusie. De grootste organisatie was die van de Evangelische Broedergemeente die zijn gebouwen had op het terrein van het Diakonessenhuis. Ook was daar een radiostation voor dagelijkse verbinding met de posten in het binnenland. En kwamen en faciliteiten om mensen op te leiden. Precies zo als ik kende uit mijn tijd in Nigeria. Voor hen heb ik wat werk kunnen voorbereiden voor later. En gaan we waar mogelijk verder helpen. Het personeel op de posten zijn gezondheidswerkers met weinig scholing. Aangevuld met medisch studenten in hun laatste jaar. Lesgeven staat hier gepland voor later deze periode. Een groot probleem waar de MZ tegen aanloopt is geldgebrek. Al maanden geen geld, door wanbeleid van de overheid geen gelegenheid om tekorten aan te vullen. Dat maakt dat de gezondheidzorg voor de inlanders (Indianen en Marrons) tot stilstand dreigt te komen. Geld voor vluchten naar het binnenland (anders kom je er niet) is er nauwelijks. Dus zelf meegaan is geen optie, mijn gewicht aan medicijnen is goud. Ook boottochten zijn er weinig meer. En een poging om een eigen bijdrage te gaan betalen lukte ook niet. Het geld hebben de inlanders niet.
Ook werk ik voor de huisartsenopleiding. Een avond in de week komen artsen in het laatste jaar van hun opleiding bij elkaar om onderwijs en begeleiding te krijgen. En verder bereid ik mijn aandeel overdag voor. Ook ben ik bij de medische faculteit op bezoek geweest. Bij mn collega’s. Zoals u misschien weet ben ik verbonden aan de opleiding in Groningen en kon zo met hen ervaringen delen. Ik ben er vriendelijk ontvangen en rondgeleid. Wat me opviel is dat de kwaliteit van wat er aangeboden wordt niet onderdoet voor Nederland. Petje af gezien hun budget. Wat ik mag gaan doen is een presentatie geven van het nut van huisartsengeneeskunde, want dat is hier nog geen studievak. Maar komt er later pas bij. Nu ik al een poosje meeloop bij huisartsen begin ik wel beeld te krijgen van hoe het hier aan toe gaat. Echt anders als bij ons.
Tussen al deze contacten door praat ik met mensen over hoe ze in het leven staan, wat hun religie is en wat de daarmee doen in het dagelijks leven. Dat geeft soms verrassende gesprekken. Over geloof. Zoals met een taxichauffeur, moslim, die zo over God, leven, zonde en Hemel praatte dat ik me in Rijssen waande. Gesprekken over kinderen van Abraham zijn. En verhalen over bijgeloof. Maar daarover later.
brief nr 4
Beste mensen,
Alweer een aantal weken geleden onze nieuwsbrief verstuurd en inmiddels hebben we hier niet stilgezeten. Het grootste deel van onze tijd hier zit er al weer op. Het einde komt in zicht terwijl er nog veel te doen is.
We beginnen af en toe de mensen van wie we houden in Nederland wel te missen. Even gezellig bijpraten via de telefoon is toch anders dat je bij elkaar bent. Hier in Paramaribo hebben we ook leuke contacten met collega’s en medestudenten maar omdat ze weten dat je ook weer vertrekt zijn deze relaties niet diepgaand.
Willy: In het ziekenhuis heb ik de afgelopen weken hard gewerkt aan mijn onderzoek en opdrachten. Ik doe onderzoek naar de voor- en nadelen van het uitbreiden van bezoek op de isolatieunit op de kinderafdeling. Volgende week zal ik de resultaten op de afdeling aan het team presenteren. Daarbij geef ik voorlichting over een goede communicatie tussen verpleging en ouders van de patiënten. Ook heb ik twee folders gemaakt met richtlijnen voor de afdeling. Hier is het hoofd van de afdeling erg blij mee, dat voelt goed.
Koos: Ik ben druk met onderwijs maken en geven, maar voornamelijk met het helpen opzetten van huisartseninformatiesystemen op computers. En met het helpen opstarten van huisartsenposten. Het gezondheidssysteem is hier een mengsel uit allerlei tijdperken. Uit mn jeugd, mn heden, eigenlijk mn hele leven. Of van alle plannen wat terechtkomt? Hangt van de prioriteiten af….
Wat voor mij bijzonder is, is de mengeling van moderne en traditionele geneeskunde. Oók bij artsen. Zo was er een kind met het hoofd op de grond gevallen. Een van de eerste dingen die de Surinaamse huisarts vroeg of de goede rituelen al waren uitgevoerd. Want als een kind op de grond is gevallen moet je naar die plek terug, tenminste 3x dit ritueel herhalen: op die plek op de grond slaan, “go baka” (ga terug) roepen en je hand op de plek drukken van de wond of buil. Zo voorkom je dat een deel van de geest van het kind in de grond blijft. Zo ook, als een kind erg druk is nadat er druk bezoek is geweest, dan wordt dat kind met blauwe vloeistof afgewassen want dan wordt het weer rustig. En zo meer. Niet alle huisartsen werken hier aan mee, maar het is wel goed de gebruiken te kennen. Voor hen en voor mij.
Een groot probleem bij alles is de ingestorte economie. Alles is duur tot onbetaalbaar. Dat maakt dat de medische zorg voor mensen in de binnenlanden onbereikbaar aan het worden is. Gelukkig is nog niet alle kruidenkennis verloren gegaan. Maar veel van wat is opgebouwd, inbegrepen het vertrouwen, is aan het verdwijnen. Werden vroeger ernstig zieken uit het oerwoud ingevlogen naar het Diakonessenhuis, nu moeten de meesten zelf maar in Paramaribo zien te komen met korjalen en karren. Geld voor vluchten is beperkt. Medicijnen zijn er bijna niet. Er valt nog veel meer te vertellen maar dat leent zich niet voor een nieuwsbrief. Diegenen die dit lezen en nog wat tijd willen nemen om hiervoor te bidden, dan graag. De nood is groot.
Vandaag zijn er een paar buitjes gevallen, ook nu. Heerlijk verfrissend want normaal is het hier overdag nog tussen de 30 en 38 graden. ‘s Nachts 25. We begrijpen dat het bij jullie een stuk kouder is. Ik begrijp dat het voor jullie misschien onbegrijpelijk is, maar als de temperaturen hier dalen, ’s nachts tot onder de 25 graden, worden met name de kinderen hier sneller ziek en komt er veel longontsteking voor. En darminfecties. En stromen de ziekenhuizen vol. Terwijl, zie boven, er niet altijd genoeg hulp is. Ook daar valt weer veel over te zeggen, maar niet nu.
Ik moet wel steeds denken aan dat Facebookbericht: Er gaan meer mensen dood aan honger dan aan Ebola, maar het is geen echt probleem omdat de Rijken er niet aan dood kunnen gaan. Binnenkort heb ik weer gesprekken over hoe wel te helpen.
Ondertussen komen we wel aan onze ontspanning toe, wees gerust. En aan geestelijk voedsel. Behalve naar de kerk gaan, preken van Harold (helaas zijn reacties uit de gemeente vaak niet te horen) en ik gebruik het boek Exodus van Anne van der Bijl als dagboek. Als uitjes gaan we in het weekend soms het oerwoud in. Zo kwamen we terecht op een oude plantage die dezelfde familienaam als Willy’s moeder had, Wolff met dubbel-f. Alleen wat funderingen en de toegangspoort waren er nog. En een kerk die op de plantage stond is afgebroken en wordt nu nog gebruikt is de stad. Gebouwen van toen waren eigenlijk een soort bouwpakketten en herbruikbaar.
Een ander mooi voorbeeld van hergebruik is, het hergebruiken van bedrijfswagens. Die worden hier opgekocht van dumpen in Nederland voor een tweede leven hier. En dan niet overgespoten. Zo kwamen we eerder een wagen van hoveniersbedrijf Manenschijn uit Rijssen tegen, dit jaar een busje uit Haaksbergen. Toen ik hen de foto mailde kwam als antwoord dat ze die al meer dan acht jaar geleden verkocht hadden ! En hier rijdt hij nog in prima conditie, verbazend gezien het klimaat.
Beste mensen, terwijl hier een nieuwe regenbui losbarst, willen we jullie bedanken voor alle meeleven. En wie wil meebidden: graag voor de armen die nog armer worden en de zieken die niet de hulp krijgen die zou moeten.
Groeten van Willy en Koos.
Paramaribo, 3 december 2016
Beste allemaal,
Dit wordt alweer de laatste nieuwsbrief vanuit Suriname. Volgende week vliegen we terug en als alles naar wens verloopt zijn we komende zondag weer bij jullie in de gemeente. Dat wordt voor ons een bijzondere zondag, natuurlijk om iedereen weer te zien maar in het bijzonder omdat mijn broer Jan zich laat dopen. Feest dus!
De afgelopen weken heb ik mijn onderzoek afgerond en gepresenteerd aan het team en de managers van de afdeling. Ook heb ik voor de afdeling drie folders ontwikkeld waarin richtlijnen voor ouders staan. Leuk om op deze manier ook iets tastbaars achter te laten. Mijn opdrachten zijn allemaal met een goed beoordeeld, daarmee valt er een last van mijn schouders. Tot het laatste moment blijf ik altijd wat onzeker over hoe het beoordeeld wordt.
Afgelopen week ben ik met Koos en nog vier andere Nederlandse stagiaires van onze Hogeschool naar Stoelmanseiland gevlogen. Vanuit het vliegtuigje had ik een prachtig zicht op het oerwoud, ik stond weer even stil bij hoe creatief God de natuur heeft gemaakt. Een mengeling van verschillende bomen, dieren, rivieren, etc. Papagaaien zagen we in de boomtoppen, aapjes bij de dorpjes, allerlei vissen (veel piranha’s die veel gevangen en gegeten worden) in de rivieren, grote kikkers op ons terras als ’s avonds de lamp aanging en de insecten zich daar verzamelden en voor sommigen wat minder mooi: kakkerlakken en allerlei soorten spinnen (ook de vogelspin), muggen, vliegende mieren en andere insecten. We hebben verschillende klinieken in het oerwoud mogen bezoeken. Op het eiland zijn geen wegen dus alles doe je met een korjaal. Omdat het laag water was moesten we soms de boot uit en een stukje door het water waden.
De achteruitgang van de economie was in de klinieken ook duidelijk te merken. Voorlichtingscampagnes gingen niet door en vaccinaties werden niet gegeven door gebrek aan geld. Soms waren koelkasten stuk en werden niet meer gerepareerd, medicijnen konden daar dan niet meer in bewaard worden en daardoor niet meer worden gebruikt. Ook gingen veel dorpsbewoners naar Frans Guyana voor medische hulp en om te bevallen want daar ontvingen ze daarna kinderbijslag.
Op het eiland was er een evangelische gemeente en werden we uitgenodigd voor de culturele avond. Door middel van zang en dans werden allerlei beroepen uitgebeeld en bezongen, erg vrolijk en de bewoners hadden prachtige kleding aan en lieten traditionele dansen zien. We hebben daarna buiten geprobeerd zo’n dansje na te doen, maar die swing zit helaas niet in mijn lijf, nog even oefenen denk ik…….
Maandag en dinsdag zijn mijn laatste werkdagen. Maandag, 5 december zal een medestudent als Sinterklaas op de kinderafdeling komen. Koos en ik hebben voor alle kinderen op de afdeling een cadeautje gekocht, daar is in het ziekenhuis geen geld meer voor en anders zou het Sinterklaasfeest niet doorgaan. Dinsdag zal ik nog een deskundigheidsbevordering geven aan een ander deel van de verpleegkundigen en daarmee zit mijn stageperiode erop. Door donaties uit de gemeente kan ik deze dag aan alle verpleegkundigen op de afdeling een verbandschaar uitdelen, iets wat echt nodig is, alvast dank namens hen allen voor deze gift! Ik kijk terug op een intensieve. leerzame en goede tijd. Echt wennen aan de warmte is me niet helemaal gelukt alhoewel het de laatste weken wat minder heet was. Ik heb een tevreden gevoel over mijn werkzaamheden in het ziekenhuis. Ik vond het soms knap lastig om goed om te gaan met afspraken die niet werden nagekomen en de onduidelijke communicatie. Maar ik heb vooral heel veel geleerd en ook genoten van de warme mensen die ik heb leren kennen.
Hier mag ik (Koos) verder gaan. Ook voor mij zit het er bijna op. De komende dagen heb ik nog een paar vergaderingen waar ik verslag mag doen van mijn bevindingen . En van plannen en voorstellen voor het onderwijs aan medisch studenten en artsen. Hiervoor was het nodig om de afgelopen maanden de universiteit, huisartsen, ziekenhuizen en posten in het oerwoud te bezoeken. En dat was geen straf. Het heeft mijn blik weer verruimd. Belevenissen zoals meekijken met een wijkzuster op haar ronde in een Marrondorpje. Daar kwam ik er achter dat Erica Terpstra er een maand eerder geweest was. Maar of zij wist dat er thuiszorg, ook mede gefinancierd door Menzis, actief is? En een voettocht door het oerwoud gemaakt wat ook een belevenis op zich was. Leuk was het om met een groep leergierige studentes op te trekken de afgelopen periode.
De afgelopen weken vaak gedacht aan de zegen van Harold, die ons zegende om anderen tot zegen te zijn. Een zegen die in het zendingskerkje in Domburg letterlijk werd herhaald door de voorganger daar. We hebben bruggen kunnen slaan tussen mensen en instanties. Zorg kunnen verlenen op andere manieren dan ik gedacht had.
Nu alles afwerken, de foto’s bijwerken, en ons klaarmaken voor de thuisreis. Want de week erop is er weer gewoon een werkweek in Rijssen. Met alles erop en eraan, spreekuren, vergaderingen, overleggen. En weer wennen aan de koude. Hier overdag nog 35 graden, straks 5 graden. Dat is wennen. En in plaats van kip met rijst lekker stampotweer. En ik vraag met af hoe de erwtensoep zal smaken…..
Tot binnenkort, als we elkaar weer in levende lijve kunnen zien.